Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En een stem kwam [10]uit den troon, zeggende: Looft onzen God, [11]gij al Zijn dienstknechten, en gij die Hem vreest, beiden klein en groot! 10. Namelijk van den hemel, waarvan meermalen hiervoor is gezegd. En deze stem strekt daartoe, om alle dienstknechten Gods in hemel en op aarde te vermanen tot een nieuwen lofzang over de weldaden, die God Zijn gemeente in de laatste komst van Christus ten oordeel nu gaat bewijzen, gelijk uit de verklaring zal blijken. 11. Namelijk niet alleen gelovigen in hemel en op aarde, maar ook engelen, die zichzelf mededienstknechten der gelovigen erkennen te zijn, hierna vs.10, en hfdst.22 vs.9.